Na de Tweede Wereldoorlog is de landbouw in hoog tempo geïntensiveerd. Deze intensivering leidt tot effecten op de bodemvruchtbaarheid. De bodem verliest versneld haar nutriëntleverend vermogen en haar structuur. Deze zaken zijn niet te herstellen door alleen het bodemleven weer op gang te brengen of het organisch stofgehalte te verhogen; de mineralogie is hierin een essentiële schakel.
Steenmeel: duurzame bodemverbeteraar
Onder steenmeel wordt verstaan: fijngemalen silicaatgesteenten van magmatische oorsprong. Deze kunnen variëren van Ca- tot Mg- tot K-rijk met allerlei schakeringen in mineraalinhoud. Daardoor bestaat de mogelijkheid verschillende soorten steenmeel in verschillende of opeenvolgende jaren toe te passen die gezamenlijk beantwoorden aan specifieke problemen in de bodem.
Uitspoeling uit landbouwgebieden
Uitspoeling uit landbouwgebieden heeft twee nadelen:
- Het zorgt voor een (onnodig) verlies van nutriënten;
- Het belast het oppervlaktewater
Uitspoeling heeft op een aantal manieren met mineralogie te maken, namelijk:
- Afbraak en uitspoeling van de bodemmineralen zelf;
- Afname kationuitwisselingplaatsen;
- Extra uitspoeling stikstof als gevolg van bekalking met CaCO3;
- Oplosbare meststoffen verdringen andere nutriënten.
Afbraak en uitspoeling van bodemmineralen is inherent aan het gebruik van verzurende meststoffen. Door verzuring breken vruchtbare kleimineralen (chloriet, illiet, en smectiet) en veldspaten (orthoklaas, albiet) af waarbij Na, Ca en Mg uit de bodem wegspoelen en onvruchtbare kleimineralen (kaolien, goethiet, gibbsiet) achterblijven. Het verlies aan mineralen door dit proces bedraagt rond 500 kg/ha/jaar.
Met de afbraak van de kleimineralen verliest de bodem ook haar uitwisselingsplaatsen voor Ca, Mg, Na en K. Met name de afbraak van illiet resulteert in een minder efficiënte opname en afgifte van kalium door de bodem. Dit verlies kan ten dele vermeden worden door de inzet van kalk. Aan het gebruik van kalk kleven echter ook nadelen. Direct na toepassing van kalk vindt doorgaans een grote uitstoot van nitraat naar het grondwater plaats als gevolg van versnelde mineralisatie (verlies) van organische stof. Daarbij is kalk zelf een bewezen bron van de uitstoot van het broeikasgas CO2.
Het verlies van kationen uit de bodem uit zich in toenemende tekorten aan minerale (micro)nutriënten en kan gecompenseerd worden met oplosbare zouten. Deze zouten (kunstmest) hebben het nadeel dat ze na toediening andere aanwezige nutriënten verdringen (bijvoorbeeld magnesium), zodat de totale hoeveelheid nutriënten in de bodem tijdelijk verhoogd wordt. De langetermijnvoorraad in de bodem blijft echter afnemen.
De voordelen van steenmeel
Steenmeel kenmerkt zich door een gebalanceerde en natuurlijke werking in de bodem:
- Het beschermt en vervangt de mineralen die door verzuring verdwijnen.
- Het vormt na levering van nutriënten kleimineralen die de CEC van de bodem herstellen/verhogen.
- Het stabiliseert de bodem-pH zonder uitstoot van nitraat en CO2.
- Het verhoogt de vruchtbaarheid van de bodem zonder risico van verdringingsuitpoeling.
Onze rol
Door een bijdrage te leveren aan wetenschappelijk onderzoek werken wij aan de onderbouwing van de mogelijkheden van steenmeelbemesting. Daarnaast doen we praktijkgericht onderzoek om kennis en ervaring op te doen. Deze combinatie van wetenschap en praktijk vertaalt zich in toepassingsgerichte adviezen aan u.