Na de Tweede Wereldoorlog is de landbouw in hoog tempo geïntensiveerd. Deze intensivering leidt tot effecten op de bodemvruchtbaarheid. De bodem verliest versneld haar nutriëntleverend vermogen en haar structuur. Deze zaken zijn niet te herstellen door alleen het bodemleven weer op gang te brengen of het organisch stofgehalte te verhogen; de mineralogie is hierin een essentiële schakel.
Steenmeel: duurzame bodemverbeteraar
Onder steenmeel wordt verstaan: fijngemalen silicaatgesteenten van magmatische oorsprong. Deze kunnen variëren van Ca- tot Mg- tot K-rijk met allerlei schakeringen in mineraalinhoud. Daardoor bestaat de mogelijkheid verschillende soorten steenmeel in verschillende of opeenvolgende jaren toe te passen die gezamenlijk beantwoorden aan specifieke problemen in de bodem.
De intensieve landbouw in Nederland heeft zijn weerslag op de condities van de bodem. Dit uit zich in fysische en chemische erosie en verlies van samenhang tussen organische stof en mineralogie. De werking van steenmeel in de bodem biedt aanknopingspunten bij het zoeken naar een oplossing van deze problemen.
Fysische en chemische erosie
Fysische erosie is het verwaaien van een toplaag van nutriënten van de akkers die onbeschermd zijn tegen de invloeden van de wind en waarvan de bodem een slechte aggregaatvorming kent. Chemische erosie is een ongemerkt proces wat zich voltrekt bij verzurende bemesting, onvoldoende pH-beheersing en de onbalans tussen nutriëntenafvoer (gewassen) en -aanvoer (bemesting). Met de toepassing van steenmeel kunnen in één toediening zowel de negatieve gevolgen van de fysische als de chemische erosie worden gecompenseerd.
Samenhang tussen organische stof en mineralogie
De landbouwkundige invloed van steenmeel op de samenhang van de organische stof en de mineralogie is voor zover bekend niet beschreven. Wel bekend is dat jonge vulkanische bodems, waarin dezelfde mineralen zitten als in steenmeel, een snellere opbouw en stabilisatie van organische stof kennen. Deze versnelde opbouw wordt veroorzaakt doordat humaten zich hechten aan de verweringsproducten van de vulkanische mineralen. Naar verwachting zorgt dit proces ook voor een betere menging/binding van de organische stof aan de minerale fractie van de bodem.
Aggregaatvorming
In bepaalde kleigebieden in Nederland is de vorming van harde toplagen in de klei een probleem bij de bewerking van het land. Aardappels zijn bijvoorbeeld slecht rooibaar en raken beschadigd. Het is vrijwel onbekend hoe deze bodems zich in de loop van de tijd hebben ontwikkeld in mineralogische, chemische en organische zin. Hierdoor is het moeilijk een fundamentele oorzaak aan te wijzen voor de aggregaatvorming. Wel wordt de invloed van regenwormen onderkend, maar ook hier spreken we over symptomen, geen oorzaken. De positieve uitwerking van gips en schuimaarde op aggregaatvorming is een aanwijzing dat chemie bruikbaar is bij bestrijding van het probleem, maar ook hier hebben we te maken met symptoombestrijding.
Toepassing steenmeel
Steenmeel kan bij aggregaattvorming een rol spelen door:
- Verlaging van de totale aanwezige oppervlaktelading en daardoor onderlinge aantrekkingskracht
- Creatie van extra breukzones binnen aggregaten
- Levering van Calcium
- Positieve invloed op bodemleven
- Positieve invloed op organische stof
Omdat de fundamentele oorzaak van aggregaatvorming niet duidelijk is, is het moeilijk om specifiek hard te maken hoe steenmeel een bijdrage gaat leveren aan de oplossing van het probleem. Allereerst wordt de oplossing gezocht in de relatie tussen steenmeel en organische stof.
Onze rol
Bij de toepassing van steenmeel kijken wij onder meer of het toevoegen van vulkanische mineralen aan de bodem de opbouw en instandhouding van organische stof beïnvloedt. Door een bijdrage te leveren aan wetenschappelijk onderzoek werken wij aan de onderbouwing van de mogelijkheden van steenmeelbemesting. Daarnaast doen we praktijkgericht onderzoek om kennis en ervaring op te doen. Deze combinatie van wetenschap en praktijk vertaalt zich in toepassingsgerichte adviezen aan u.